XTC als medicijn

De reputatie van XTC is de laatste jaren steeds slechter geworden. Het lijkt er wel op alsof Nederland, en dan met name het zuiden van ons land, een soort Colombia is geworden en vol staat met illegale drugslabs. Uit de verhalen in de media zou je de indruk kunnen krijgen dat XTC levensgevaarlijk is geworden, terwijl het toch een tiental jaren geleden nog gezien werd als een relatief ongevaarlijke party-drug.

 

 

 

Het is dan ook interessant om te zien dat er vanuit de wetenschap interesse begint te ontstaan voor het gebruik van XTC, of eigenlijk de actieve stof MDMA. Wat bezielt wetenschappers om met zo’n gevaarlijke stof te gaan experimenteren, en wat kan dat in hemelsnaam voor goeds opleveren?

 

 

 

Als we in de geschiedenis van MDMA duiken dan blijkt de het oorspronkelijk (in 1912) geproduceerd is als tussenproduct voor het produceren van een geneesmiddel om bloed beter te laten stollen. Jarenlang was er geen enkele interesse in MDMA zelf, tot in de jaren ’50 het Amerikaanse leger het meenam in een onderzoek naar de psychische effecten van een hele waslijst aan stoffen die leken op mescaline.

 

 

 

In de jaren ’70 werden de resultaten van dit onderzoek openbaar gemaakt en trok MDMA de aandacht van psychiaters. Het effect van MDMA gebruik was namelijk dat patiënten makkelijker over hun problemen konden praten in therapiesessies. De patiënten hadden minder remmingen en konden gemakkelijker naar hun gevoelens kijken en deze beschrijven. Helaas begonnen sommige onderzoekers de stof recreatief te gebruiken en zelfs uit te delen aan studenten.

 

 

 

In de jaren ’80 ‘waaide’ MDMA over naar Europa, waar het al snel gekoppeld werd aan de dance-scene. Aanvankelijk paste het in het Nederlandse gedoogbeleid om niet teveel werk te maken van de vervolging van gebruikers en producenten. De laatste jaren wordt er steeds harder opgetreden. Interessant is dat de reden daarvoor niet is dat het gebruik van MDMA wordt gezien als gevaarlijk of schadelijker dan bijv alcohol. De reden is dat de productie inmiddels zo groot en professioneel is geworden, en niet te vergeten crimineel, dat de schade aan het milieu, de maatschappij en het imago van Nederland ernstig bedreigd worden.

 

 

 

Maar nu is er dus een kleine groep wetenschappers die ondanks alle commotie en vooroordelen nog eens goed wil kijken of MDMA (en ook andere stoffen als LSD en psylocybine) op een verantwoorde manier gebruikt kan worden bij een moeilijke patiëntengroep: mensen met een PostTraumatische Stress Stoornis (PTSS). Mensen met deze aandoening kunnen een psychologisch trauma niet verwerken en ontwikkelen daardoor lichamelijke en geestelijke klachten die zelfs kunnen uitmonden in zelfdoding. Er zijn, vooral in de cognitieve therapie, methoden om PTSS aan te pakken. Daarbij wordt de patiënt in een veilige omgeving gevraagd terug te denken aan het trauma en wordt geprobeerd de emoties die daarbij op komen hanteerbaar te maken. Het probleem met deze aanpak is dat soms de angst en de mentale hindernissen zo groot zijn dat het heel lang duurt voordat de patiënt zich veilig genoeg voelt en dit soms zelfs helemaal niet lukt.

 

 

 

En daar kan MDMA een groot verschil maken. De stof zorgt ervoor dat mentale blokkades verlaagd worden en het vertrouwen versterkt wordt. Een studie bij 20 slachtoffers van seksueel geweld heeft al aangetoond dat van de 12 patiënten die MDMA toegediend kregen er 10 na 2 maanden van hun PTSS af waren. Van de 8 patiënten die een placebo kregen waren er na twee maanden slechts 2 ‘genezen’. Het is nog maar een kleine studie en er is meer onderzoek nodig. Maar het is goed om te merken dat er wetenschappers zijn die het aandurven om op dit politiek en sociaal beladen terrein weer stappen te zetten. MDMA op doktersrecept is erg onwaarschijnlijk, maar misschien kunnen er mensen in heel moeilijke situaties mee geholpen worden zonder dat de arts of de patiënt zich zorgen hoeft te maken over de reacties van de omgeving.